Wedden op Union Sint Gilloise
Union Sint-Gilloise, ook wel bekend als Union 60, is een voormalig Belgische topclub. De club heeft lange tijd op het hoogste niveau van België gespeeld, maar de laatste jaren komt zij uit in de Belgische Tweede Klasse. Daar speelt het mee om de bovenste plaatsen, die recht geven op een kans op promotie.
Union Sint-Gillis, zoals de Vlamingen de club noemen, is desalniettemin een gevestigde naam in het Belgisch voetbal. Gedurende haar rijke historie heeft het de prijzenkast aardig gevuld, waardoor ze voor veel mensen in wedstrijden nog steeds als favoriet gelden. Wedden op Union Sint Gilloise is daarom nog altijd populair.
Geschiedenis van Union Sint Gilloise
In 1897 werd de Belgische voetbalclub Union Sint-Gillis opgericht. De club sloot zich in 1898 bij de Belgische voetbalbond UBSSA. Datzelfde jaar ging de ploeg uit Sint-Gillis van start in de tweede klasse. In haar eerste seizoen eindigde de club op de derde plaats en een aantal jaren later in het seizoen 1901/1902 ging de ploeg van start op het hoogste niveau van België, dat toen de Ereafdeling heette. Niet veel later, in 1904, pakte Union haar eerste landstitel. Ook de drie daaropvolgende seizoenen wist de club de landstitel te prolongeren. Union eindigde in 1908 tweede, maar pakte de twee daaropvolgende seizoenen wederom de landstitel, zo had de club uit Sint-Gillis in zeven seizoenen zes landstitels veroverd. De ploeg presteerde in diezelfde periode ook internationaal, zo werd het Franse Challenge international du Nord-toernooi gewonnen.
Union pakte haar zevende titel in tien jaar tijd na het zwaar bevochten seizoen 1912/1913. De ploeg wist op de laatste speeldag op gelijke hoogte te komen met Daring Club en dwong zodoende een testwedstrijd af om te bepalen wie kampioen van België zou worden. Zowel in 1913 als in 1914 won Union de Beker van België. Vijf jaar later, op 14 september 1919, werd het nieuwe stadion Dudenpark in gebruik genomen en streed Union Sint Gilloise wederom mee in de bovenste regionen van de Ereafdeling. In 1922 kreeg de club haar koninklijke titel vanwege haar 25-jarig bestaan, de naam werd gewijzigd in Union Sint-Gillis Société Royale. In het seizoen 1922/1923 was het wederom raak en pakte de ploeg voor de achtste keer de landstitel. De rest van de jaren twintig en begin jaren dertig verliep niet vlekkeloos voor Union Sint-Gillis Société Royale met als dieptepunt de bijna degradatie in 1931. Datzelfde jaar werd het stadion omgedoopt tot Joseph Marienstadion, vernoemd naar de oud-voorzitter van de club.
Vanaf het seizoen 1932/1933 ging het Union Sint Gilloise voor de wind. De ploeg pakte in 1933,1934 en 1935 de landstitel en zette een ongeslagen reeks neer van 60 competitiewedstrijden en kreeg de naam Union 60. Deze reeks werd ingeleid met een gelijkspel tegen K. Liersche SK op 8 februari 1933 en duurde voort tot en met een 7-0 overwinning op RCS Brugeois op 3 februari 1935. De daaropvolgende week maakte concurrent Daring Club de Bruxelles een einde aan de ongeslagen reeks van Union.
Na de ijzersterke periode in de jaren dertig ging het achteruit met Union Sint Gilloise. De resultaten werden ieder jaar minder en de ploeg kon niet mee komen met de steeds professioneler wordende voetbalwereld. Union verloor haar gezicht als meest dominate ploeg uit België, welke positie destijds door RSC Anderlecht werd ingevuld. Dit leidde uiteindelijk tot een degradatie van de voormalig Belgische topclub in 1949. Haar verblijf op het tweede niveau was echter van korte duur, want na twee seizoenen keerde Union terug op het hoogste niveau van België. De ploeg kwam echter niet verder dan de subtop van België en kwam een aantal keer in actie op de Europese velden, maar met weinig succes.
In de jaren zestig zakte de ploeg weer een aantal keer terug naar de tweede klasse en in 1973 degradeerde Union voor goed uit de eerste klasse. Twee jaar later degradeerde de ploeg zelfs naar de derde klasse en eind jaren zeventig viel de ploeg terug naar de vierde klasse. In 1984 kwam Union uiteindelijk weer terecht in de tweede klasse. Tussen 1984 en 2015 waren er veel schommelingen tussen de tweede en de derde klasse. De club onderging nog een naamswijziging in 1984 en ging voluit Royale Union Sint-Gillis heetten. In mei 2007 stapte voorzitter Enrico Bove op samen met enkele andere leden van de raad van bestuur. De club zakte zodoende nog verder weg en in 2008 kwam Union weer uit in de derde klasse. Twee jaar later, in 2010, kwam Enrico Bove terug als voorzitter en trok Italiaanse sponsors aan. Union bleef echter in de derde klasse en kreeg het zelfs daar moeilijk. In de zomer van 2018 kwam er een nieuwe eigenaar voor de club in de persoon van Tony Bloom. De nieuwe eigenaar is tevens voorzitter van de Engelse voetbalclub Brighton & Hove Albion FC. Bloom sprak bij zij aanstelling de ambitie uit om met Union zo snel mogelijk te promoveren naar het hoogste niveau.
Beste spelers uit het verleden
De bekendste speler van Union Sint Gilloise is Jules Pappaert. De Belgisch verdediger speelde in totaal twaalf seizoenen op het hoogste niveau. Hij was in de jaren 30 aanvoerder van de ploeg en had een groot aandeel in de succesperiode van 1933 – 1935, waarin driemaal het landskampioenschap werd behaald en de ploeg 60 wedstrijden op rij ongeslagen bleef. In totaal kwam de verdediger tot 176 wedstrijden in het shirt van de club, waarin hij 16 keer wist te scoren. Pappaert overleed in 1945 op 40-jarige leeftijd na een hartaanval. Sinds 1953 wordt er ieder jaar een prijs uitgereikt aan de ploeg die het langst ongeslagen is, de Pappaertbeker, vernoemd naar Jules Pappaert.
Beste managers uit het verleden
De beste trainer in de historie van de Belgische club is Charles Griffiths. De Engelsman geboren in de plaats Rugby speelde als voetballer voor Luton Town, Barrow en vervolgens voor Preston North End. Uiteindelijk maakte hij zijn debuut in de oudste voetbalcompetitie ter wereld, de Football League, bij Lincoln City. Griffiths staat vooral bekend om zijn prestaties die hij als trainer bij Union heeft neergezet. De Engels oefenmeester stond van juli 1933 tot juni 1935 voor de spelersgroep. In deze periode pakte Union driemaal op rij het landskampioenschap en verdiende het haar bijnaam Union 60, na 60 opeenvolgende wedstrijden zonder nederlaag.