Met het WK in Qatar in het vooruitzicht kijken wij nog even terug naar het verleden. Het Wereldkampioenschap voetbal heeft een grootse geschiedenis, met legendarische teams en spelers. Daarom hebben we een overzicht gemaakt met alle finales van de voorgaande WK’s, om jouw voetbalgeheugen weer even op te frissen.
1930) Uruguay – Argentinië (4-2)
Het wereldkampioenschap werd voor het eerst georganiseerd in 1930. Uruguay was het gastland en waren bezig met een sterke reeks tot aan de finale, waarin ze Argentinië tegenkwamen. In de rust stonden de Argentijnen nog met 1-2 voor, maar met een comeback van drie doelpunten kroonde Uruguay zich met een 3-2 overwinning tot de eerste wereldkampioen.
1934) Italië – CSSR (2-1)
Het tweede WK werd georganiseerd in Italië. Mussolini, destijds de baas in het land, zag het WK als een mooie kans om de wereld te laten zien hoe goed het ging met het land. En dat lieten de Italianen zien op het veld. In de finale werden de Tsjecho-Slowaken na verlenging met 2-1 verslagen en kroonde het gastland zich tot wereldkampioen. Opvallend: alle landen in de top vier waren op een punt in de Tweede Wereldoorlog bondgenoot met de Italianen (Duitsland) of veroverd door hen (Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk).
1938) Italië – Hongarije (4-2)
Ook in 1938 stonden de Italianen in de finale, deze keer tegen Hongarije. In het Stade Olympique de Colombus in Parijs waren de Italianen wederom zegevierend. Silvio Piola was met twee goals de grote man bij Italië.
1950) Uruguay – Brazilië (2-1)
Na een ‘wapenstilstand’ van twaalf jaar in het voetbal was het in 1950 eindelijk weer eens tijd voor een wereldkampioenschap, en een memorabel toernooi zal het worden. Brazilië mocht voor het eerst een WK organiseren en legde hiermee een fundering voor de voetbalgekte die het land vanaf toen overspoelde. De Brazilianen speelden immers fantastisch voetbal en dus werd de finale van het toernooi dan ook bereikt.
Onder toeziend oog van 173.000 toeschouwers in een kolkend Maracanã moest Brazilië slechts een ding doen: winnen van Uruguay. De zenuwen liepen op bij een 0-0 ruststand, maar de Brazilianen scoorden vlak na rust toch de 1-0. Wat er vervolgens gebeurde, is in de geschiedenisboeken gegaan als het grootste nationale drama in de Braziliaanse voetbalgeschiedenis. De Uruguayanen scoorden twee keer en werden voor de tweede keer wereldkampioenschap, terwijl heel Brazilië die avond huilde.
1954) West-Duitsland – Hongarije (3-2)
Het WK van 1954 zou het toernooi moeten worden van Hongarije. De Hongaren hadden immers spelers als Koscis, Czibor en natuurlijk aanvoerder Puskas. Hongarije denderde over voormalig finalisten Brazilië en Uruguay heen en stuitte uiteindelijk in de finale op West-Duitsland. De Hongaren stonden na tien minuten met 0-2 voor en het varkentje leek gewassen. De Duisters kwamen echter knap terug en wonnen uiteindelijk met 3-2. De Hongaarse droom was uiteengespat.
1958) Brazilië – Zweden (5-2)
Het WK 1958 is het podium geworden voor de kennismaking van vele van de grootse spelers uit de geschiedenis aan de rest van de wereld, en dan met name de spelers van het Braziliaanse elftal. Didi Garrincha, de uitvinder van het effectschot, die wellicht de beste dribbelaar allertijden is, en natuurlijk Pelé, die op zeventienjarige leeftijd al beslissend was voor Brazilië. Pele schoot met twee goals in de finale tegen gastland Zweden de Brazilianen naar hun eerste wereldtitel en spoelde daarmee het drama van 1950 weg.
1962) Brazilië – Tsjecho-Slowakije (3-1)
De Brazilianen stonden wederom in de finale, dit keer was Tsjecho-Slowakije de tegenstander. De Gele Kanaries speelde de finale in 1962 zonder sterspeler Pelé, die aan het begin van het toernooi geblesseerd raakte aan zijn lies. Gemist werd hij eigenlijk niet. Garrincha werd de sterspeler van het WK en Brazilië werd onder zijn leiding gewoon wereldkampioen, door met 3-1 te winnen in de finale.
1966) Engeland – West-Duitsland (4-2)
Het land dat tegenwoordig bekend staat om het voetbal, mocht in 1966 voor het eerst een groot toernooi organiseren. De Engelsen hadden een uitstekend team met spelers als Bobby Charlton, de fenomenale doelman Gordon Banks en aanvoerder Bobby Moore. Het voorheen succesvolle Braziliaanse elftal was sterk verouderd en stelde teleur op het toernooi. Uiteindelijk speelden de Engelsen tegen de West-Duitsers, een pikant duel met de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen. De Engelsen wonnen met 4-2 en wonnen daarmee tot dus ver hun enige grote toernooi.
1970) Brazilië – Italië (4-1)
Brazilië was met een nieuwe lichting talenten en de inmiddels 31 jaar oude Pelé op zoek naar revanche. Jongens als Gerson en Jairzinho brachten een nieuw elan in het elftal en in de finale werden de Italianen met 4-1 verpulverd. De Braziliaanse wederopstanding zorgde daarmee voor een derde wereldtitel in twaalf jaar, nog steeds een ongeëvenaarde mijlpaal.
1974) West-Duitsland – Nederland (2-1)
Ondanks dat Nederland in de finale niet won van de West-Duisters, was dit wel het toernooi waar de wereld kennis maakte met de voetbalmachine van coach Rinus Michels. Het Totaalvoetbal, gekenmerkt door de ongelooflijk hoge pressie en fluïde positiewisselingen, was het beste voetbal wat de wereld tot nu toe gezien had. Onder leiding van aanvoerder en icoon Johan Cruijff bereikte Nederland de finale, waarin het speelde tegen West-Duitsland.
Ondanks dat de Duitsers gastland waren, werden de Nederlanders toch gezien als favoriet. Echter had ‘die Mannschaft’ ook een team om je vingers bij af te likken. Gerd Muller, Uli Hoeness, Paul Breitner en Franz Beckenbauer waren enkele van de spelers die West-Duitsland tot de finale brachten, waarin ze Nederland met degelijk voetbal opzij wisten te zetten. Na een benutte penalty van Neeskens in de tweede minuut wisten de Duitsers het tij te keren met twee goals en werden ze voor het eerst ‘Weltmeister’.
1978) Argentinië – Nederland (3-1)
En weer stuitte Nederland op het gastland in de finale, dit keer Argentinië. Onder de nieuwe coach Ernst Happel en zonder Cruijff speelde Nederland wederom een goed toernooi. De finale zal voor Oranje echter uitdraaien op een groot drama, vol met corruptie en intimidatie. Spelers gaven na de wedstrijd aan geschokt te zijn geweest door de sfeer in het stadion. Jan Zwartkruis gaf aan dat de ambiance ‘’puur intimiderend’’ was en dat ze hier toch nooit hadden gewonnen, zelfs als Rensenbrink die bal niet op de paal had geschoten, want “dan had de scheidsrechter net zolang doorgespeeld totdat hij een penalty had kunnen geven”. Uiteindelijk was het Mario Kempes die beslissend was voor de Argentijnen, waarmee hij zijn land haar eerste wereldtitel bezorgde.
1982) Italië – West-Duitsland (3-1)
Zowel Italië als West-Duitsland begonnen zwak aan dit WK, maar rechtten zich uiteindelijk de rug en kwamen elkaar tegen in de finale. De Italianen waren oppermachtig in dit duel en na de 1-0 van Paolo Rossi ging het snel. Na goals van Tardelli en Altobelli had Italië de wedstrijd op slot gezet en een aansluitingstreffer van Breitner mocht niet baten voor de Duisters. De Italianen wonnen met 3-1 en werden voor de derde keer wereldkampioen.
1986) Argentinië – West-Duitsland (3-2)
Wederom stonden de West-Duisters in de finale, dit keer tegen het Argentinië van de grote Diego Armando Maradona, die zich in de wedstrijden voorgaand aan de finale had ontplooid tot de grote man van het toernooi. ‘Die Mannschaft’ moest dus een plan bedenken om de sterspeler vast te zetten. Lothar Matthäus werd de persoonlijke mandekker van ‘Pluisje’. Het plan werkte verassend goed, want Maradona was lang niet zo goed als in de voorgaande wedstrijden. Echter kregen andere spelers in Argentijnse elftal nu de ruimte en Argentinië scoorde drie keer. Goals van Rummenige en Völler waren tevergeefs en West-Duitsland verloor weer een finale.
1990) West-Duitsland – Argentinië (1-0)
Drie keer is scheepsrecht voor West-Duitsland in 1990. Na een “saaie” wedstrijd benutte Brehme in de 85ste minuut een penalty en schoot de West Duitsers daarmee naar haar derde wereldtitel.
1994) Brazilië – Italië (0-0, 3-2 n.p.)
Brazilië kende na de periode 1958-1970 mindere jaren, waarin het geen een keer een finale bereikte van het WK. Er was echter een nieuwe generatie met spelers opgestaan. Met Romario, Bebeto en Dunga hadden de Gele Kanaries een goede as en versloegen ze onderweg naar de finale onder andere gastland Verenigde Staten, Nederland en Zweden. In de finale kwamen ze Italië tegen, die vooral bekend stond om haar verdediging. Brazilië drong aan op de blauwe muur, maar Maldini en Baresi speelden misschien wel de beste wedstrijd van hun carrière. Het kwam na een 0-0 stand uiteindelijk neer op penalty’s, waarin vedette Roberto Baggio de beslissende penalty mistte. Brazilië werd voor de vierde keer wereldkampioen.
1998) Frankrijk – Brazilië (3-0)
Iedereen was het er over eens: Brazilië zou voor de vijfde keer wereldkampioen worden. Ronaldo was de grote man bij de Brazilianen, die de finale bereikten door te winnen op penalty’s tegen Nederland. Gastland Frankrijk was de andere finalist, die met een nieuwe generatie de successen van de ‘bende van Platini’ wilden overtreffen. Maar winnen van Brazilië werd niet als mogelijkheid geacht. Tegen iedereen zijn verwachtingen in konden Ronaldo en Brazilië niet thuisgeven en ontpopte Zinedine Zidane zich met twee doelpunten tot de held van de avond. De Fransman werd later in het jaar ook uitgeroepen tot wereldvoetballer van het jaar.
2002) Brazilië – Duitsland (2-0)
Brazilië doorliep een moeizame weg naar het WK in Japan en Zuid-Korea. Sterspeler Ronaldo was twee jaar onafgebroken geblesseerd geweest en de Gele Kanaries wisten zich ternauwernood te plaatsen voor het toernooi. De Brazilianen groeide echter naarmate het WK vorderde en sterspeler Ronaldo bewees maar eens met acht doelpunten, waarvan twee in de finale, dat hij de beste speler is in de wereld. Duitsland werd zonder moeite met 2-0 op zij gezet en Ronaldo werd de man van de wedstrijd.
2006) Italië – Frankrijk (1-1, 5-3 n.p.)
Het WK 2006 zou het laatste kunstje worden van Zidane als profvoetballer en het leek allemaal voorspoedig te gaan voor de Fransman. Hij was ongetwijfeld de beste speler van het toernooi en leidde zijn ploeg in overwinningen tegen Brazilië en Portugal naar de finale. De Fransen kwamen in de finale de Italianen tegen die nog steeds bekend stonden om hun ijzeren verdediging. Zidane scoorde met een panenka tegen de onderkant van de lat de 1-0, tien minuten later kopte Materazzi de Italianen op een gelijke stand. Beide spelers zullen een verdere hoofdrol vertolken in de wedstrijd, wanneer Zidane een kopstoot geeft op de borst van Materazzi. Zidane kreeg uiteraard rood en Italië won de wedstrijd na penalty’s. Zizou zijn carriere ging als een nachtkaars uit.
2010) Spanje-Nederland (1-0)
Een ding was zeker voor de finale: er zou een land voor het eerst wereldkampioen worden. Voor Spanje was dit de eerste finale op een WK, maar ondanks de geschiedenis waren de Spanjaarden al voordat het toernooi begon topfavoriet. Onder leiding van Vicente del Bosque had Spanje immers twee jaar eerder al het EK gewonnen. Spanje speelde met de flair van het middenveld van Barcelona en had de brekers in het elftal van Real Madrid. De teen van Casillas en een goal van Iniesta zorgden er uiteindelijk voor dat Spanje won van een flets Oranje.
2014) Duitsland-Argentinië (1-0)
De naam van Mario Götze zal voor altijd verbonden blijven aan zijn winnende goal in de WK-finale tegen Argentinië. Götze nam de voorzet van Schürrle knap aan op de borst en volleyde de bal langs doelman Romero. Voor velen is het een droom om de winnende goal te scoren in een WK-finale, maar voor Götze leek het meer een last te zijn op zijn schouders. Hij maakte nooit de potentie waar die hem werd toegedicht. Voor Messi was deze finale wederom een gefaalde missie om zijn land te geven waar het al jaren lang naar hunkert: een wereldtitel
2018) Frankrijk-Kroatië (4-2)
Dat Frankrijk in de finale stond van het WK 2018 was voor niemand een verassing. Met het Franse sterrenensemble kon je immers drie elftallen maken die wereldkampioen zouden kunnen worden. Mbappe, Pogba en Griezmann waren de grote namen bij de Fransen. Kroatië daarentegen was de verassing van het toernooi. Het elftal van de Kroaten bestond vooral uit hardwerkende spelers als Brozovic en Mandzukic, zodat sterspeler Modric het spel kon dirigeren. Kroatië werd ondanks haar goede vorm weggeblazen in de finale met een Franse machtsvertoning. Frankrijk bleek een waardig wereldkampioen en won met 4-2.