Juventus is een van de oudste clubs van Italië, opgericht op 1 november 1897. De club is opgericht door studenten. Vandaar de naam; Juventus. Dat betekent jeugd in het Latijn! Het speelt zijn thuiswedstrijden sinds september 2011 in het Juventus Stadium (Allianz Stadium) in Turijn. De club heeft verschillende bijnamen, zoals “de Oude Dame”, “de Zebra’s” en “I Bianconeri” (de Wit-Zwarten). Lees hier alles over de geschiedenis van Juventus!
Juventus en FBC Torino
Het eerste kampioenschap wist Juventus al in 1905 te behalen. Kort daarna ontstond er echter onenigheid binnen de club, omdat een deel van de Juventus leden van mening was dat er te veel buitenlandse spelers bij de club speelden. Deze onenigheid had als gevolg dat enkele vooraanstaande buitenlandse Juventus spelers eind 1906 de club FBC Torino (tegenwoordig Torino FC) oprichtten. De rivaliteit tussen Juventus en Torino bestaat nog altijd en komt tweemaal per jaar tot uiting in de “Derby Della Mole”.
De komst van de Agnelli familie
In de jaren die daarop volgden was Juve echt een ploeg in opbouw. Pas toen Edoardo Agnelli, die tevens eigenaar was van autofabrikant FIAT, in 1923 de nieuwe eigenaar werd, kon de weg omhoog weer worden ingezet. Edoardo Agnelli is overigens de grootvader van de huidige Juventus voorzitter Andrea Agnelli. FIAT en Juventus zijn dus al bijna een eeuw aan elkaar verbonden.
In 1929 werd voor het eerst een landelijke Italiaanse competitie georganiseerd, waarin Juventus direct de absolute topclub was. Zo werden tussen 1931 en 1935 vijf achtereenvolgende kampioenschappen behaald. Daarna volgde echter een periode met relatief weinig succes. Zo werd de eerste landstitel pas weer bemachtigd in 1950, nadat de aartsrivaal uit Turijn de 5 seizoenen daarvoor landskampioen was geworden.
Succesvol Juventus
Het duurde echter tot eind jaren 70 totdat Juventus echt weer echt aan de top zou komen. Met spelers als Zoff, Bettega en Tardelli braken onder leiding van trainer Trappatoni enkele succesvolle jaren aan. Dat leverde niet alleen 6 kampioenschappen in 10 jaar op (tussen 1977 en 1986), maar ook de UEFA Cup in 1977 en de Europacup II in 1984.
Bovendien wist Italië in 1982 het WK voetbal te winnen, wat ze voornamelijk te danken hadden aan de sterspelers van Juventus. Paolo Rossi werd dan ook gekozen als Europees voetballer van het jaar in 1982. In 1983, 1984 en 1985 zou ook een Juventus speler gekozen worden als Europees voetballer van het jaar. Dit was de Fransman Michel Platini, die later UEFA-voorzitter zou worden.
Cristiano Ronaldo bij Juventus
Het winnen van de Europacup I (te vergelijken met de huidige Champions League) lukte echter nog altijd niet. Telkens weer werd de Agnelli familie gesmeekt om diep in de buidel te tasten, zodat de beste spelers uit Europa gekocht konden worden. Groot Europees succes bleef echter lang uit. Wat dat betreft waren het einde van de jaren 70 en het begin van de jaren 80 voor Juventus niet anders dan de jaren 10 van de 21e eeuw.
Toen kwam wereldster Cristiano Ronaldo in 2018 voor 100 miljoen euro over van Real Madrid. Hiermee poogde Juventus een gooi te doen naar de overwinning van de Champions League. Niets bleek echter minder waar. In 2021 vertrok Juventus naar Manchester United, zonder de Champions League gewonnen te hebben met Juve. Wel wist hij tweemaal kampioen te worden (in 2019 en 2020), maar Juventus’ ambities waren groter. Tussen 2012 en 2018 was Juve namelijk ook al onafgebroken kampioen geworden. Men wilde internationaal succes, maar dat bleef uit met Ronaldo. Extra pijnlijk was het dat I Bianconeri telkens werden uitgeschakeld door relatief kleine clubs, namelijk door Ajax (2019), Lyon (2020) en FC Porto (2021).
Een zwarte bladzijde
In 1985 leverden de vele investeringen van de Agnelli familie uiteindelijk echter wel Europees succes op. De Europacup I werd in dat jaar namelijk eindelijk gewonnen. In de finale werd Liverpool verslagen, al was de overwinning bitterzoet. Tijdens de Europacup I finale van 1985 vond namelijk het Heizeldrama plaats, wat een zwarte bladzijde is in de clubgeschiedenis van Juventus. Tijdens deze wedstrijd, die werd gespeeld in het Heizelstadion in Brussel, wisten Liverpool hooligans het vak met Juventus supporters te bereiken.
Rellen braken uit, met grote paniek als gevolg. Mensen raakten in verdrukking en tot overmaat van ramp stortte ook nog eens een deel van de tribune in. Uiteindelijk stierven 39 mensen, waarvan de meesten Juventus supporter waren, en raakten er honderden mensen gewond. Desondanks ging de wedstrijd gewoon door en werd uiteindelijk in het voordeel van Juventus beslist door een benutte penalty van Platini.
Concurrentie voor de Italianen
Eind jaren 80 kreeg Juventus in Italië meer concurrentie. Internazionale en AC Milan werden steeds sterker. Datzelfde geldt voor Napoli, dat in die periode grote successen beleefde aan de hand van sterspeler Diego Maradona. Pas in 1995 werd Juve onder leiding van succestrainer Lippi weer kampioen van Italië. Tussen 1996 en 2003 werd onder zijn leiding bovendien 4 keer de Champions League finale bereikt.
Alleen van Ajax werd in 1996 gewonnen, al bestaat er nog altijd controverse over het vermeende EPO-gebruik van de Juventus spelers. In 1997 werd de Champions League finale verloren van Borussia Dortmund, in 1998 van Real Madrid en in 2003 van AC Milan. Nationaal en internationaal succes kon Juventus in deze periode behalen aan de hand van sterspelers als Del Piero, Zidane en Inzaghi.
Het omkoopschandaal
De club heeft in totaal 38 kampioenschappen behaald, maar is daar 2 van kwijtgeraakt (2005 en 2006). Deze kampioenschappen werden van i Bianconeri afgepakt, omdat Juventus betrokken was bij het grote Italiaanse omkoopschandaal. Verschillende wedstrijden van onder andere Juventus bleken gemanipuleerd te zijn. Sterker nog, de spil in het omkoopschandaal was de toenmalige directeur van Juventus: Luciano Moggi. Later bleek dat ook ander clubs, waaronder AC Milan, Lazio en Fiorentina, zich schuldig hadden gemaakt aan wedstrijdmanipulatie. Ook leden van de voetbalbond, scheidsrechters en zelfs politici schijnen betrokken geweest bij het grootste omkoopschandaal in de historie van het Italiaanse voetbal.
De corruptie kwam aan het licht doordat het op begon te vallen dat er veel dubieuze scheidsrechterlijke beslissingen werden gemaakt. Na onderzoek van politie en justitie, waarin ruim 30.000 telefoongesprekken werden afgeluisterd, bleek dat er in enkele duizenden van die telefoongesprekken werd gerept over manipulatie. Het gevolg voor Juventus was in eerste instantie dat de club werd teruggezet naar de Serie C (het Italiaanse 3e niveau), dat het die competitie moest beginnen met 30 strafpunten en dat de behaalde kampioenschappen van het seizoen 2004/2005 en 2005/2006 werden afgepakt. Nadat Juve in beroep ging, werden de 30 strafpunten teruggebracht tot 9 en werd de club teruggezet naar de Serie B (het Italiaanse 2e niveau) in plaats van naar de Serie C. De afgenomen kampioenschappen kregen ze echter niet meer terug.